Kwaliteit

 7.1 Algemeen

Op Sunte Werfert streven we er naar om kwalitatief goede opvang en goed onderwijs aan alle kinderen te bieden. Er zijn veel factoren die daarbij een rol spelen: kwaliteit van de leerkracht/pedagogisch medewerker, samenwerking en contact met ouders, directe omgeving, beschikbare middelen, pedagogisch klimaat, sfeer in de groep, veiligheid, enzovoort. Sunte Werfert ontwikkelt een uitgebreid kwaliteitssysteem op basis van bovengenoemde punten.

Hierbij is sprake van harde en zachte indicatoren. Aan de harde kant gaat het om meetbare resultaten. Hiervoor gebruiken we de systematiek van Handelingsgericht werken (HGW), methodetoetsen en methode-onafhankelijke toetsen (bijv. CITO). Aan de zachte kant kunt u bijvoorbeeld denken aan veiligheidsbeleving en tevredenheid van ouders en kinderen.

 7.2 Handelingsgericht werken

In het onderwijs hanteren we in elke groep een cyclus waarbij we steeds onderzoeken wat de groep en het individuele kind nodig heeft, zodat we ons onderwijs op het gebied van rekenen, technisch lezen en spelling goed kunnen inrichten. Aan het eind van elk schooljaar maken we een groepsoverzicht voor bovenstaande vakken waarbij we de resultaten, de stimulerende en belemmerende factoren van onze kinderen in kaart brengen, van daaruit bepalen we de onderwijsbehoeften. In het begin van het schooljaar geven we in een groepsdocument weer hoe we ons onderwijs in die vakken vorm geven. We komen zoveel mogelijk tegemoet aan de behoeften van de kinderen. De groepsplannen worden op basis van evaluaties actueel gehouden. Middels groepsbesprekingen en waar nodig individuele kindbesprekingen houden we de vinger aan de pols en zorgen we voor een goede onderwijsorganisatie en structuur. Binnen deze cyclus legt de IB-er ook klassenbezoeken af.

7.2.1 Leerlingvolgsysteem – hoe volgen wij de ontwikkeling van uw kind?
Het leerlingvolgsysteem (LVS) bestaat onder andere uit een verzameling van de toetsresultaten van zowel de methodetoetsen als de CITO-toetsen. Het LVS maakt onderdeel uit van het kinddossier. Hierin zijn alle gegevens van het kind opgenomen die relevant zijn om het beeld van het kind zo compleet mogelijk te maken. Ook eventuele onderzoeksresultaten van externe instanties worden aan het kinddossier toegevoegd. De interne rapportage maakt ook deel uit van het kinddossier. De interne rapportage is bestemd voor de leerkrachten.

Ouders kunnen op verzoek (op afspraak) inzage krijgen in het kinddossier.

Lees hier meer over het LOVS en het Leerlingendossier

7.2.2 Toetsen en observeren
Sunte Werfert kent een uitgebreid toetssysteem om de vorderingen van de kinderen in kaart te brengen. Wij vinden dit belangrijk. Door te toetsen weet je waar het kind in zijn ontwikkeling staat en kun je als leerkracht acties uitzetten. Daarnaast observeren wij de kinderen voortdurend. Dit geeft ons veel informatie over taakgedrag, werkhouding, concentratie, etc.

Met de methode gebonden toetsen onderzoeken we of kinderen de leerstof die in de klas is aangeboden begrijpen en goed verwerkt hebben. De leerkracht kan op basis hiervan kiezen voor herhaling, verdieping, verrijking of doorgaan met de volgende leerstof.

Wij nemen ook 2x per jaar de CITO lvs-toetsen af, in januari en in juni. Vanaf dit schooljaar starten we met het nieuwe Leerlingvolgsysteem van CITO; Leerling In Beeld. Dit Leerlingvolgsysteem biedt landelijk genormeerde toetsen. Hiermee kunnen we volgen hoe onze kinderen presteren in vergelijking tot leeftijdsgenootjes in het hele land. We bepalen met de toetsresultaten ook of ons onderwijsaanbod goed is.

7.2.3 Rapportage en rapporten
Onze leerkrachten houden u graag op de hoogte van de vorderingen van uw kind. Dit gebeurt zowel mondeling als schriftelijk (rapport). Wij nodigen u een aantal keer per jaar uit voor een oudergesprek, afhankelijk van wat nodig is gegeven de specifieke situatie van uw kind. In februari en in juni zijn deze gesprekken gekoppeld aan het rapport. Wilt u tussentijds informatie, of zijn er andere bespreekpunten, dan bent u altijd welkom bij de leerkracht (graag op afspraak).

 7.3 Eindtoets Basisonderwijs/schooladvisering

Eind groep 7 krijgen de kinderen allemaal een preadvies voor het voortgezet onderwijs (VO). Dit wordt door de eigen leerkracht met ouders en kind besproken tijdens een oudergesprek. Dit preadvies komt tot stand op basis van de resultaten, de werkhouding en de groei die het kind in de afgelopen 7 jaar heeft laten zien.

Vanaf schooljaar 2023-2024 verandert de wet rondom eindtoetsing. De wetswijziging houdt in dat de eindtoets voortaan doorstroomtoets heet. Daarnaast wordt de afname vervroegd naar februari. In het kader daarvan zijn er wijzigingen met betrekking tot de doorstroom van de basisschool naar het voortgezet onderwijs. De kinderen ontvangen in januari een voorlopig schooladvies. Aan het begin van februari maken de kinderen de doorstroomtoets. Uiterlijk halverwege maart ontvangen de scholen de uitslag van de doorstroomtoets. Op kindniveau zijn deze gegevens van belang voor het schooladvies en op groeps- en schoolniveau zijn de gegevens van belang om kritisch te kijken naar ons onderwijsaanbod. Ook kijkt de inspectie via de resultaten van deze toets mee of de school voldoet aan de inspectienorm. Mocht een kind de doorstroomtoets beduidend beter maken dan het voorlopige advies in januari dan kan het advies worden bijgesteld. Het definitieve advies ontvangen u en uw kind voor 24 maart. In de laatste week van maart kunnen u en uw kind zich aanmelden voor het voortgezet onderwijs op een VO school. Door de invoering van een centraal aanmeldmoment op alle VO scholen (tussen 25 maart en 31 maart) maken alle kinderen evenveel kans op een plek op de school van hun voorkeur, passend bij het schooladvies.

 7.4 Uitstroom

De meeste kinderen verlaten het basisonderwijs na groep 8 en stromen uit naar het Voortgezet Onderwijs. Hoewel dit geen indicatie is voor de kwaliteit van het aanbod, wordt er in de media wel op deze wijze naar scholen gekeken. Iedere basisschool is verplicht u te informeren over de uitstroomgegevens.

Groep 8 Eindtoets Basisonderwijs

Uitstroom voortgezet onderwijs

 7.5 Veiligheid

Iedere basisschool moet een beleidsplan hebben en beleid voeren op het gebied van sociale veiligheid. Pestbeleid is een onderdeel van de sociale veiligheid. Hoe hard we er ook aan werken; op alle scholen en in alle tijden wordt geplaagd/gepest. Voor het algemene veiligheidsbeleid voor alle scholen binnen stichting Wonderwijs, verwijs ik u via de volgende link naar het Veiligheidsbeleid van Wonderwijs.

Belangrijk daarnaast is de vraag hoe we dit als kindcentrum planmatig en systematisch tegengaan. Door onze aanpak binnen de lesmethode ‘De Vreedzame School’ leren we kinderen op een positieve en fijne manier met elkaar omgaan. We noemen dit preventief handelen van de school; gericht op het voorkómen van pestsituaties.

Als er desondanks toch pestsituaties voorkomen, dan zal de school dit altijd in overleg met de ouders oppakken. Dit noemen we curatief handelen. We vragen u als ouder om, zodra u vermoedens van pestgedrag heeft, contact met de leerkracht op te nemen.

De school heeft een beleidsplan Sociale Veiligheid, waarin heel duidelijk is beschreven hoe de school handelt in dergelijke situaties. De Stuurgroep Vreedzame School is het orgaan dat zorg draagt voor een goede afhandeling in geval van pesten op school.

7